15-10-2008.
De islam.
De Islam door Wim van Rooy.
Wie later in de geschiedenis zal terugzoeken naar het beginpunt van de nieuwe religieuze
waanzin die uitgaat van radicale islamitische leiders en systemen, zal terechtkomen bij tal
van incidenten en aanslagen die in de laatste decennia van de twintigste eeuw plaatsvonden.
Cruciaal was de Iraanse revolutie in 1979 en de inval van de Sovjet-Unie in datzelfde jaar
in Afghanistan. Maar het wereldwijde effect ervan werd pas zichtbaar op 14 februari 1989
toen Ayatollah Khomeini het bevel gaf de auteur Salman Rushdie, een Indiër van Britse
nationaliteit, te vermoorden. Salman Rushdie schreef werken als Middernachtskinderen in
1981 en Schaamte in 1983 waarin hij de streng religieuze en tribale gemeenschappen hekelt
die gebaseerd zijn op mythes, magie en legendes in plaats van op de rede.
'
Waar God aan de macht is, mogen sommige dingen niet waar zijn,' schrijft hij.

Maar het boek dat het meest ophef zou maken, was De Duivelsverzen in 1989. Daarin
suggereert de auteur dat het heilige boek door Mohammed werd verzonnen. Eén personage
is een islamitische religieuze leider die in ballingschap leeft en die uit is op wraak, desnoods
ten koste van zijn eigen volk. Het gaat hier duidelijk om een parallel met Khomeini die
jarenlang als balling in Frankrijk leefde.
'Ik deel de trotse moslimgemeenschap in de wereld mee dat de schrijver van het boek The
Satanic Verses, dat zich keert tegen de islam, de profeet en de Koran en iedereen, die, kennis
dragend van de inhoud ervan, betrokken is geweest bij de publicatie van het boek, ter dood
zijn veroordeeld.

Ik vraag alle moslims, waar dan ook, hen te executeren,' zo verkondigde ayatollah
Khomeini. De moordenaar zou een premie van drie miljoen dollar krijgen.
De
veroordeling had het effect van een mentale kernbom waarvan de giftige neerslag alle
continenten bereikte, een soort ondergrondse splijting tussen de geesten van moslims overal
in de wereld. Het zorgde enerzijds voor meer zelfbewustzijn bij heel wat geschoolde moslims
die het traditionalisme en de hang naar authenticteit als een rem ervoeren voor de
ontwikkeling van islamitische samenlevingen. Maar anderzijds en veel diepgaander zorgde
het voor een opstoot van radicalisme onder de talloze grote en kleine geestelijke leiders,
mannen, broers en zonen die perfect aanvoelden dat hun eeuwenlange dominantie tegenover
vrouwen aan het wankelen was. In die zin zagen ze de satire van Salman Rushdie als een
enorm gevaar dat alleen gestopt kon worden door een gruwelijk gebaar: hem de keel
oversnijden. De fatwa van Khomeini sloeg niet alleen op de auteur maar eveneens op de
uitgevers en vertalers. Rushdie dook onder en overleeft alsnog de fatwa, maar de Italiaanse
vertaler van zijn boek Ettore Capriolo en zijn Noorse collega William Nygaard werden
zwaargewond bij een aanslag, de Japanse vertaler Hitoshi Igarashi werd vermoord. De
Turkse schrijver Aziz Nesin die als atheïst zijn steun betuigde aan Rushdie kreeg prompt
doodsbedreigingen en overleefde amper een aanslag op zijn leven. In verschillende
moslimlanden en zelfs in het zogenaamd democratische India is het boek verboden. Voor alle
duidelijkheid: 2006 meldde het Iranese persbureau dat de fatwa 'voor altijd van kracht
blijft'.
Intussen weten we dat het van kwaad naar erger liep.
Sinds de aanslagen van 9/11, maar
voor scherpe waarnemers al veel vroeger, is het jihadistische islamisme bezig aan een
wereldwijde veroveringstocht waarbij alle middelen goed zijn om het door Mohammed
verkondigde woord in de praktijk te brengen. Wie op het gevaar van die evolutie wees,
werd door de linksprogressieve elite stante pede in het extreemrechtse kamp geduwd.


Die elite verdedigde immers het multiculturalisme als ideaalbeeld, waarbij het
cultuurrelativisme als vanzelfsprekendheid werd verheven. Tegen die tendens van het politiek
correcte denken verschenen de voorbije jaren ophefmakende boeken die de spreekwoordelijke
vinger op de wonde legden. Ondermeer van Oriana Fallaci en Irshad Manji, over Michel
Houllebecq en Bruce Bauer, tot Ayaan Hirsi Ali en Nahed Selim. Niet altijd even verfijnd,
maar wel oprecht op de bres voor de moderniteit. In diezelfde geest verscheen het boek De
malaise van de multiculturaliteit van de publicist Wim van Rooy. Zijn boek is een frontale
aanval tegen de onverschilligheid van de links progressieve elite voor de nieuwe opmars van
religies in het algemeen en van de orthodoxe islam in het bijzonder. Daarbij haalt hij
keihard uit naar zelfverklaarde progressieven als Kristien Hemmerechts, Tom Lanoye, Johan
Leman, Herman de Ley, Sami Zemni, Jan Blommaert, Eric Corijn, Lucas Catherine en
anderen die elk op hun manier de uitwassen van het antimodernistische denken van de islam
goed trachten te praten. Wim van Rooy houdt een kritisch pleidooi voor een bedachtzamer
omgang met de multicultuur, maar geeft tegelijk een waarschuwing aan al wie religie ziet
als een factor van dialoog, wederzijds respect en verdraagzaamheid. De realiteit is immers
dat religies juist zorgen voor verdeeldheid tussen mensen en aanzetten tot haat en
intolerantie.
Volgens Van Rooy gingen multiculturalisten en Vlaams Belang een dodelijke paringsdans
aan waardoor ze elkaar versterkten in het kwade en het onnozele. De leegte van hun
argumentatie staat intussen in schril contrast met de werkelijke beweegredenen van de
islamisten die er een perfide agenda op nahouden. Van Rooy verwijst hierbij naar de
Algerijnse schrijfster Yasmine Khadra (die in feite een man is, maar onder een schuilnaam
moet schrijven) die aan de jongeren voorhoudt: 'Ik zal zin geven aan je ellende'. In diezelfde
periode werden op muren in Arabische steden - die tot dan vasthielden aan de moderniteit
en het socialisme - de slogan 'Islam is the solution' geschilderd. Tal van zogenaamd linkse
progressieve intellectuelen namen die slogan voor waar. Ze keerden zich bijvoorbeeld
massaal tegen de autoritaire Sjah van Iran en omarmden Ayatollah Khomeini als de
bevrijder van de onderdrukten juist zoals Heidegger dat deed met het nazisme en Sartre met
het maoïsme. Intussen is gebleken hoe verkeerd ze zaten. Wat ze in hun ideologische
blindheid niet zagen was de moordende intolerantie van de islamitische geestelijkheid. De
islam is geen 'solution' maar een middel om mensen op te sluiten één enkele identiteit, hen op
te zetten tegen de moderniteit (vooral tegen de rechten van de vrouw) en hen te bewegen tot
een ware strijd tegen de ongelovigen (christenen, vrijzinnigen, vrouwen en homoseksuelen).

En het erge is dat westerse linkse intellectuelen hen daarbij hielpen en helpen. Ze
sluiten zich af voor ware problemen of proberen de onvermijdelijke tegenstellingen te
verdrinken in interreligieuze bijeenkomsten, praatbarakken die geen enkele, ik
herhaal, geen enkele positieve bijdrage voor een harmonieuze samenleving hebben
aangebracht.

Sterker nog, de westerse intellectuele elite beschouwt religie als een positieve factor in onze
samenleving. Dat zeggen bijvoorbeeld de Amsterdamse burgemeester Job Cohen en de
Limburgse provinciegouverneur Steve Stevaert, beiden socialist en vrijzinnig, maar steeds op
hun hoede voor een politiek incorrecte uitspraak. Hun vertrouwen in religie als bindende
kracht tussen mensen met uiteenlopende geloofsstandpunten is gewoon wereldvreemd.
Religies verenigen enkel overtuigden maar verdelen alle anderen. Daarom bestookt Wim van
Rooy de profeten van de religieuze harmonie als een boksbal waar hij rond danst en op alle
manieren met welgemikte stoten een deuk inslaat. Dat leidt in zijn boek soms tot herhalingen
die tientallen pagina's lang duren met daarenboven forse scheppen scherpe voetnoten, maar
ze vervelen niet. Integendeel, ze doen de lezer beseffen dat het echt tijd wordt om te reageren.
De auteur zelf is ondanks zijn voortdurende dans rond de boksbal onvermoeibaar. Zijn
woede over het oorverdovende stilzwijgen van de zelfverklaarde progressieve elite is daarvoor
te groot. Het boek leest als een tornado met citaten uit hele bibliotheken die de lezer niet
alleen onthutsen, maar tegelijk ook boos maken. Boos omwille van zoveel gemakzucht,
domheid, lafheid, ontkenning, onverschilligheid, opportunisme en zelfs schuldige
medeplichtigheid van zoveel bobo's, intellectuelen en opiniemakers die daarmee de
verlichtingsidealen verraden. Die elk protest tegen het antiliberale en ondemocratische
gedrag van zoveel moslims afdoen als een vorm van racisme, gebrek aan respect,
onwetendheid en haantjesgedrag. Zij zijn het die de Ayaan Hirsi Ali's van deze wereld
bespotten, eisen dat ze hun toon zouden milderen en liefst zwijgen. Niet de weerzinwekkende
patriarchale wanpraktijken van de islamisten klagen ze aan, maar de boodschappers van
zoveel onrecht die de moed hebben om te spreken. In plaats van dergelijke moedige stemmen
te beschermen laten de multiculturalisten hen in de steek, sterker nog, ze nemen er afstand
van en laten oogluikend toe dat ze desnoods vermoord worden. Eigen schuld, dikke bult,
denken ze dan, en ze gaan over tot de orde van de dag.

'Wil de liberale democratie geen mythe worden, dan mag ze reële problemen niet
afdekken, ze mag niet bewegingsloos en al te omzichtig zijn, zoals ze meer dan tien jaar
in verband met het multiculturalisme heeft gedaan',
schrijft van Rooy en hij gelooft niet in
toverwoorden als 'oecumene' en 'actief pluralisme' als oplossing. Wat zijn dan die
problemen? Eigenlijk teveel om op te sommen. In de Arabische landen ondermeer religieuze
moordlust, onderdrukking van vrouwen en ongelovigen, toepassing van de onmenselijke
islamitische wetgeving (de sharia), moorden op afvalligen en homoseksuelen, een fanatiek
antisemitisme, verplichte sluiering (van niqaabs tot burka's) die steeds vaker en op jongere
leeftijd wordt opgelegd aan vrouwen en meisjes, besnijdenis van meisjes, verstotingen van
vrouwen, discriminatie (van al wie niet het plaatselijk dominerende geloof volgt), racisme (in
het bijzonder tegen zwarten), verwerping van vrije meningsuiting en van het recht op
zelfbeschikking, schijndemocratieën, ontkenning van de Holocaust, verwerping van het
kritisch rationalisme, afwijzing van de wetenschap (in het bijzonder de evolutietheorie), en
totale onderwerping aan het woord van Allah en zijn vertegenwoordigers op aarde, de
ayatollahs, mullahs en imams. Allemaal zaken die in de loop van de voorbije decennia ook
binnensijpelden in Europa. Want ook in de westerse landen maakt het islamisme opgang.

Denk aan vrouwenonderdrukking (de vluchthuizen bevatten verhoudingsgewijze veel
meer allochtone vrouwen), gedwongen huwelijken, verplichte klederdracht,
verstotingen, besnijdenissen (doorgaans uitgevoerd tijdens de verlofdagen in het land
van herkomst), molesteren van afvalligen, bedreigen en vermoorden van critici
(Rushdie, Van Gogh, Hirsi Ali, Ehsan Jami)
, zwijgen over de judeocide in de lessen
geschiedenis, opmars van het creationisme, oproepen tot het van het dak gooien van
homoseksuelen, ophemelen van zelfmoordacties van Hamas en Hezbollah, de denigrerende
houding van jonge moslims (prinsjes) tegenover meisjes, christenen, atheïsten, joden, dieren,
enz… Wie het durft aan te klagen wordt door de linkse elite in de hoek gezet als nestbevuiler,
racist, fascist of islamofoob. De schuld ligt steevast bij het kapitalisme, het kolonialisme, het
gebrek aan respect (van westerlingen), het individualisme, de discriminatie op de
arbeidsmarkt, het gebrek aan scholingskansen. Maar een probleem bij de islamisten? Neen
toch.
'Men leidde de aandacht direct af door meteen te verwijzen naar sociale en economische
(wan)toestanden in de Arabische wereld, al was de stilstand van de islamitische beschaving
al lang voor het kolonialisme begonnen en kregen Europese moslims ondertussen alle kansen
om zich een decent bestaan op te bouwen, te leren en te werken, ondanks de racistisch
geïnspireerde achterhoedegevechten', aldus Van Rooy. De praktijken die islamisten
toepassen zijn vergelijkbaar met die van de nazi's tegenover de Joden en de eigen burgers.
Zoals de opdeling tussen Ubermenschen (mannelijke islamisten zelf, en dan onderling nog
eens verdeeld in allerlei afsplitsingen zoals soennieten en sijieten) en Untermenschen
(vrouwen, christenen, ongelovigen en afvalligen), de moorddadige onderdrukking van critici,
de adjecte inhoud van talloze passages in de koran, het permanente antisemitisme en
racisme, de talloze discriminaties tegenover andere volkeren, en de vermeende onfeilbaarheid
van de religieuze leider(s). Maar de postmodernen horen en zien het niet en blijven het
ontoelaatbare goedpraten of blijven er stil over. 'Het juist door daarover en over andere
heikele zaken te zwijgen en onze seculiere uitgangspositie onduidelijk te markeren dat we de
stilte in islamitische kringen aanzwengelen', zo stelt Van Rooy net als Irshad Manji vast. En
hij vervolgt: 'Die stilte neemt slechts toe want afvallige en gematigde moslims voelen niet
alleen angst voor de extremisten onder hen, maar ze voelen zich ook in de steek gelaten door
een aanzienlijk segment van de Europese culturele elite die, geconditioneerd als ze is alleen
hoerawoorden kent in verband met de multiculturele samenleving.' Toch merkwaardig hoe
die vermeende progressieve elite vroeger zo tekeerging tegen het klerikaal conservatisme en
nu een religie verdedigt 'die er elke dag blijk van geeft dat ze de moderniteit niet begrijpt.'
'Zwijgen is verraad', zo zegt de Egyptische Nahed Selim en Wim Van Rooy heeft dat ook
begrepen. Daarom spreekt hij vrijuit. Sommigen zullen foeteren dat hij hiermee
extreemrechts in de kaart speelt, maar in die val trapt de auteur niet. Hij beseft dat net het
zwijgen over wantoestanden het Vlaams Belang groot heeft gemaakt. Daarenboven toont hij
goed aan dat hij niets moet hebben van het vulgaire discours van die partij die in feite een
bondgenoot is van het islamisme. Vlaams Belangers en islamisten zijn even erg, aldus ook
Ayaan Hirsi Ali. Wim van Rooy kiest onomwonden voor de democratische liberale rechtstaat
als de na te streven maatschappijorganisatie waarin het individu, en niet een groep, en al
zeker geen geloof, volk of ras, centraal staat. Hij gelooft niet in de emanciperende en
bevrijdende kracht van religies alhoewel hun apologeten ons dat willen doen geloven, niet
alleen binnen de islam maar ook in het jodendom en de christelijke kerken, dat laatste vooral
in de VS. 'Het wordt dus tijd', zegt van Rooy, 'dat atheïsten, vrijzinnigen, vrijgeesten,
liberalen en dat deel van de gelovigen dat de democratische ogen openhoudt, weer van zich
laat horen. Maar wat gebeurt er? Van de weeromstuit worden zij als onverdraagzaam
bestempeld, zowel door de elite-gelovigen, door de fictionalisten als door diegenen die een
ruimhartig multiculturalisme cultiveren en eraan voorbijzien dat het islamisme misschien de
grote incubator kan zijn.' In die zin schaart Van Rooy zich ook achter het pleidooi van Paul
Cliteur voor een 'moreel esperanto' en het kritisch rationalisme dat Karl Popper voorstond.
Eeuwenlang hebben onze voorouders gestreden voor fundamentele rechten en vrijheden
waar we in het westen nu van genieten. Het zou schandelijk zijn die te vernietigen of te
ontzeggen aan de miljoenen die in onderdrukking leven. De voornaamste oorzaak is religie.
Het wordt dan ook hoog tijd dat we de vermeende heilige teksten in vraag stellen en onze
ethiek finaal ontdoen van elk mysticisme. Wie dit indrukwekkende boek leest zal begrijpen
waarom.
bron: Liberales.be